Verdriet en armoede

Het is  niet de eerste keer dat ik schrijf over het opnemen van nieuwe kinderen in ons programma.

Maar het is altijd weer confronterend om te zien hoe groot de armoede en het verdriet onder de mensen kan zijn.

Ons eerste bezoek watsaan een gezinnetje van drie kinderen waarvan de moeder overleden en de vader weggelopen is. Het oudste meisje van 16 heeft de zorg voor haar broertje en zusje op zich genomen.

Ze zit in de eeste klas van het voortgezet onderwijs en wordt ook door Timotheos gesteund.

Maar het valt niet mee voor haar om de aandacht te verdelen tussen school en de kinderen.

Ze moet geld zien te verdienen om aan eten te komen. Daarnaast moet ze zorgen dat de kleren gewassen worden en het eten gekookt. Er blijft dan niet veel tijd over om het huiswerk te doen.

De manier waarop ze voor de jonge kinderen zorgt is aandoenlijk om te zien. Ze doet het met echte liefde.

Ik vroeg aan haar of ze het er mee eens was als we haar broertje en zusje in het weeshuis op zouden nemen. Ze moest vechten tegen haar tranen. Toen zei ze toch ‘ja’.

Ik merkte dat ze het heel moeilijk vond en legde even een arm om haar heen.

Zo’n dapper kind. Wat voel je dan met haar mee.

Voor de toekomst voor haar en voor de kinderen hebben we besloten om beide kinderen in het weeshuis op te nemen.

We zoeken nog een sponsor voor deze kinderen!

Voor 25 euro per maand maakt u wezenlijk verschil in hun leven.

U kunt contact opnemen met het sponsorteam van Timotheos. sponsorteam@timotheos.nl

 

 

Een ander bezoek was aan een alleenstaande moeder met twee kinderen. De jongens komen altijd naar de zondagschool en vaak zie je ze met de kinderen spelen op het terrein. Ze wonen vlak in de buurt. Vooral de oudste valt op omdat hij er zo mager en armoedig uitziet.

Ik vroeg aan hem of hij graag bij Timotheos naar het dagcentrum wilde komen. Hij knikte hard.

“Waarom? “ vroeg ik. “Njala” zei hij. Dat betekent “Honger”. Ik vroeg wat hij gegeten had die ochtend. “Palibe” was het antwoord. “Niets”.  Het was al na de middag en de moeder wist niet wat ze zou eten die dag.

Zijn sprekende ogen stonden verdrietig in zijn smalle gezichtje.

In mijn gedachten zie ik hem al zitten tussen de andere kinderen op het dagcentrum. Met een groot bord eten voor zich. Wat zullen zijn ogen stralen…