vervolg teachers training

Vandaag hebben we onze training voor de leerkrachten afgerond. De laatste twee dagen hebben we ons bezig gehouden met het vertellen van een Bijbelverhaal.

Eerst hebben we ons verdiept in de vraag waarom het zo belangrijk is om de kinderen uit de Bijbel te vertellen en wát we hen moeten vertellen.

Daarna hebben we aandacht besteed aan ‘hoe’ vertel je een Bijbelverhaal.

Er ontstonden hele discussies o.a. over de vraag of we tegen de kinderen kunnen zeggen dat ze allemaal kinderen van God zijn.

De meerderheid vond dat je dat wel kon zeggen. We zijn allemaal kinderen van God. Of we nu Hem gehoorzamen of niet. Ze haalden daarbij de gelijkenis van de verloren zoon aan. Hij bleef een kind van zijn vader. Ook al was hij weggelopen.

Tijdens de discussie zag je dat sommigen van mening veranderden. Nee, je kon niet zeggen dat iedereen een kind van God is.

Toen hebben we samen Joh. 8 gelezen waarbij de Heere Jezus tegen de discipelen zegt dat hun vader de duivel is omdat ze de werken van de duivel doen.

En dat is wat we allemaal van nature zijn. Er is niemand die goed doen, ja niet één. Rom 3.

Het was zo fijn dat iedereen goed heel betrokken was en mee discussiëerde.

 

Ook hebben we geoefend met het vertellen van een Bijbelverhaal.

Dan merk je dat er geboren vertellers bij zitten.

Maar ze moeten ook leren om de puntjes op de Ï te zetten.

Hoe begin je het Bijbelverhaal, wanneer vertel je de toepassing en wat doe je als verwerking?

Ze leerden om een schema in te vullen ter voorbereiding van het Bijbelverhaal.

Hopelijk gaan ze het geleerde toepassen in de praktijk.

Maar boven alles hopen en bidden we dat de leerkrachten persoonlijk ook de Heere Jezus mogen kennen als hun persoonlijke Zaligmaker.

Dan kan het niet anders dan dat ze innerlijk bewogen zijn met de zielen van de kinderen.