Bestuursleden op bezoek

Vorige week hadden we bezoek van vier bestuursleden vanuit Nederland.

Voor drie van hen was het de eerste keer dat ze in Malawi waren.

Het was fijn om hen een tijdje bij ons te hebben en om ze de projecten te laten zien.

Voor hen was het echt geen vakantieweek. De dagen waren volgepland met het bezoeken van projecten en vergaderingen.

Op vrijdag gingen er twee bestuursleden met ons mee naar Mbulumbuzi.

Ze woonden de Assembly bij van de primaryschool en luisterden met hun hand op het hart naar het nationale volkslied.

Daarna woonden ze een Bijbelvertelling bij in één van de klassen. Na afloop van de Bijbelles zaten we even samen met de leerkracht en de dominee bij elkaar om over het verhaal na te praten.

De dominee gaf de leerkracht nog het dringende advies om in elke Bijbelles te benadrukken dat de kinderen een nieuw hart nodig hebben om in de hemel te kunnen komen.

Eén van de bestuursleden pakte spontaan de handen van de dominee en de leerkracht vast en zei: “We are one!” ( wij zijn één!) Al zijn er dan nog zoveel verschillen tussen de Malawiërs en ons, we zijn het eens over het allerbelangrijkste.

Daarna gingen we één van de dorpen in om een aantal weeskinderen op te nemen in ons programma.

We moesten best een eind rijden en de rit er naartoe was al een belevenis. De weg was vol met kuilen en de bestuursleden ervaarden het letterlijk dat het reizen in Malawi vaak ‘hobbelachtig’ is.

Toen we niet meer verder konden met de auto, stapten we uit en liepen verder over een smal paadje wat door een klein stroompje liep naar de plek waar we moesten zijn.

Daar wachtten ons een oma en opa die voor hun twee kleinkinderen zorgden. De mat lag al klaar en daarop was plaats genoeg voor ons allemaal.

Het huisje waar ze in woonden was klein met een eenvoudig grasdak.

De oma had duidelijk last van astma. Tijdens het spreken ademde ze zwaar en ze zag er zwak uit.

Maar ondanks dat werden we hartelijk welkom geheten en vertelde ze ons waarom ze hulp nodig hadden.

Ik heb respect voor deze grootouders, die na het overlijden van hun dochter de zorg van deze weeskinderen op zich hadden 

genomen. Nu ze ouder worden en de krachten afnemen, wordt het steeds moeilijker voor hen en hebben ze duidelijk hulp nodig.

 

Nadat ik alle gegevens had ingevuld, sloten we af met het lezen van een stukje uit de Bijbel en gebed.

Ik had mijn ‘Kijk en luisterbijbel’ meegenomen en vertelde het verhaal van de blinde Bartimeüs nog even eenvoudig na voor de kinderen die er inmiddels bij waren komen zitten.

Ze luisterden aandachtig en toen ik hen vroeg wat zij zouden antwoorden als de Heere Jezus aan hen zou vragen wat ze wilden dat Hij zou doen, antwoordde een meisje: “Een nieuw leven.” Wat wij zouden vertalen als een ‘nieuw hart’.

Het is toch bijzonder als je zo’n antwoord mag horen. Zelfs als je volwassenen de vraag stelt wat het belangrijkste van ons leven is, krijg je vaak als antwoord: “voedsel” of “hulp”.

We hopen en bidden dat het Zaad van Gods Woord wat weer gestrooid is in dat verre bergdorp, gevallen is in goede aarde en vruchten mag dragen.

Inmiddels zijn de bestuursleden weer veilig gearriveerd in Nederland.

Ik ervaarde het bezoek als warm en bemoedigend.