Dagjes uit in de schoolvakantie,

Dagjes uit in de schoolvakantie,  

 

De schoolvakantie is weer voorbij. En de meeste kinderen hebben weer veel zin om naar school te gaan. Vooral de kinderen van onze weeshuisjes. 

Zo’n vakantie duurt ook best lang voor hen. Ze zijn twee weken bij hun familie op bezoek geweest. Dat vinden ze heel leuk. Ze krijgen dan een grote tas met levensmiddelen mee en een halve zak mais. Daar zijn de families blij mee. 

Het is goed om de contacten met de families te onderhouden. De familie moet de kinderen later weer opvangen als ze uit het weeshuis gaan. 

Als de kinderen terug komen van vakantie, waarderen ze weer extra wat ze hebben. Een eigen bed, een matras, warme dekens, genoeg eten en andere kinderen om mee te spelen.

In de vakantie mogen de kinderen ook altijd een dagje met ons mee naar een ander weeshuis op één van onze projecten. Deze keer was het helemaal naar Nkhomabasa. Dat is wel drie uur rijden met de minibus. Maar dat vonden de kinderen geen enkel probleem, want onderweg was er zoveel te zien: De stad Blantyre, de bergen, de grote rivier de Lower Shire waar krokodillen in zwemmen, de suikerrietplantages … ze hebben hun ogen uitgekeken.

In Nkhomabasa werden we opgewacht door de matron en de kinderen van het weeshuisje. Nadat iedereen wat had gedronken, vertelde de dominee een verhaal uit de Bijbel. Daarna was het tijd om wat spelletjes te doen en later om te gaan eten. De moeders van het weeshuisje hadden rijst met kip gekookt. Dat was een feestmaaltijd voor de kinderen. Wat hebben ze genoten! 

Na de maaltijd werd de groep verdeeld in jongere en oudere kinderen. De dominee en de leerkrachten spraken met de kinderen over het wonen in een weeshuis. 

De kinderen vertelden elkaar hoe ze het vonden om in een weeshuis te wonen. Het was belangrijk voor de kinderen om te zien dat er nog meer kinderen waren die geen familie hadden om voor hen te zorgen. Dat gaf verbondenheid aan elkaar. Het duurde niet lang voordat ze met elkaar gingen spelen of dat ze gezellig aan het kletsen waren. 

 

Ook met de kinderen die slaagden voor standaard 8 gingen we een dagje uit.  We reden naar een wildpark waar de kinderen voor het eerst van hun leven een giraffe, een zebra, antilope en nog veel meer andere dieren zagen. 

Op de terugweg stopten we op een uitkijkpunt in de bergen. Vanaf die plaats hadden we een prachtig uitzicht. Daar deden we spelletjes met de kinderen zoals: hoogspringen, verspringen en een Afrikaans knikkerspel. Daarna zaten we in een kring en stelden we vragen aan de kinderen. 

Tot slot gaven we hen nog een tekst uit de Bijbel mee. Spreuken 23:26: Mijn zoon! Geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren.

Voor het laatst mochten we hen iets uit de  Bijbel meegeven. Van harte hopen we dat de Heere de kinderen vast wil houden en bewaren bij Zijn Woord. 

Toen was het tijd om weer terug naar de stad te gaan. Daar hebben we nog met elkaar in een restaurant gegeten. Ook dit was voor de meeste kinderen de eerste keer. Ze probeerden heel netjes met mes en vork te eten. Zelfs de kippenpoot durfden ze niet lekker af te kluiven. Totdat ze zagen dat ik het ook deed. Toen legden ze hun mes en vork neer en volgden mijn voorbeeld.

Natuurlijk bewaarden ze ook wat voor thuis. Ze kregen allemaal een doosje waar ze de restanten in konden doen. Zo konden ze thuis ook mee genieten.

De kinderen hebben genoten. En de volwassenen ook …