Tranen
Vandaag weer allerlei bezoekjes gedaan in Mbulumbudzi.
Er zijn twee kinderen die helemaal niet meer naar het dagcentrum komen. En andere kinderen die niet regelmatig komen.
Samen met de hoofdonderwijzer mr. Komwa en de assistent matron, Miss Suze, gingen we eerst naar de dorpsschool in Phinda.
Daar werden de kinderen bij elkaar geroepen om wie het ging.
Ze keken heel benauwd toen ze in het directeurskamertje binnen kwamen.
En al snel biggelden er dikke tranen over hun wangen.
Ze beloofden allemaal dat ze hun gedrag zouden verbeteren. Ze zullen vanaf nu trouw komen.
We hopen maar dat ze woord houden.
Er waren ook twee meisjes die nooit naar de zondagsschool komen.
Ze zeiden dat ze naar de eigen kerk gingen. En dat dat pas om 1 uur afgelopen was.
Mr. Komwa zal het uitzoeken of dat echt zo is. Anders kunnen we daar niets van zeggen.
We kunnen ze niet dwingen om naar onze kerk te komen. Hoewel veel kinderen dat wel doen gelukkig.
Vervolgens gingen we het meisje opzoeken dat niet meer naar het dagcentrum komt.
We troffen alleen haar moeder aan. Het meisje is 14 jaar en doet waar ze zin in heeft.
Ze laat zich niet gezeggen door haar moeder. Gaat ook niet meer naar school.
Aangrijpend om dit te zien. Wat moet er van dit meisje terecht komen?
We willen dit probleem met het dorpshoofd bespreken. Tenslotte is dit ook een probleem van het dorp.
Misschien kan hij nog iets bereiken bij het meisje.
We lieten de moeder en een oude oma achter en gingen op weg naar het volgende adres.
De dorpsschool in Mbulumbudzi.youtu.be/HwWmmVmIGj4
Ik moet altijd lachen als ik de directeur zie. Het is een kort, gezet mannetje met een heel olijk gezicht.
Hij begroette ons allerhartelijkst en nam alle tijd voor ons.
Er was maar één leerling aanwezig op school. De andere vier die we moesten spreken waren allemaal thuis.
Dus ook op school kwamen ze niet regelmatig.
De jongen had wel pech. Nu was hij alleen. Ook bij hem kwamen al snel de tranen.
Ik had echt met deze jongen te doen. In december zijn we bij hem geweest omdat zijn moeder is overleden.
Nu woont hij bij een tante. Hij heeft een heel lieve moeder gehad.
Maar ook deze jongen beloofde weer beterschap.
De directeur vertelde ons een heel tragisch verhaal. Een man die zijn vrouw van wie hij gescheiden was, op een gewelddadige manier om het leven heeft gebracht. Terwijl één van de kinderen het met eigen ogen heeft gezien. De kinderen zijn nu wees.
We moeten daar maar snel op bezoek gaan.
Als laatste bezochten we de familie van een meisje van 11 jaar wat niet meer komt.
Er gingen geruchten dat ze verhuisd was. Dus we gingen informeren.
Het bleek inderdaad dat het meisje niet meer daar woonde. Het is een weeskind. Ze woont bij haar tante.
Op een dag kwam haar oudere zus en nam haar mee. Niemand weet waarheen.
We vroegen of ze de politie ingeschakeld hadden. Dat bleek niet zo te zijn.
Mr. Komwa drong er sterk op aan om dat wel te doen.
Ze hebben wel een tel. nr. van de zus. Maar ze neemt meestal niet op.
Wat voel je je dan machteloos. Waar zou dat meisje nu zijn?
Wat kan je dan anders doen dan Gods Woord open slaan en wijzen op de Heere die uitkomst kan geven.
Zou er voor de Heere iets te wonderlijk zijn?
Ik hoop dat de mensen die dit lezen, dit ook in het gebed voor de Heere neer mogen leggen.
Want Hij weet waar het meisje is. En Hij kan ze terugbrengen.
Het is vreemd dat ze het niet bij de politie hebben gemeld. Het kan zijn dat de familie wel weet ze is, maar het ons niet wil vertellen.
Om welke reden dan ook.
We reden terug naar het dagcentrum.
Met een hoofd vol indrukken.
Wat een zorgen, wat een leed is er toch overal.
De woorden van psalm 10:14 komen bij mij naar boven.
Psalm 10: 14 Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een Helper van den wees.