Ik dacht dat het mijn eigendom was...

Maandag was het weer zo’n typisch Afrikaanse dag.

Aan het begin van de dag maak je een planning. Met de wetenschap dat het altijd anders kan lopen.

Dat was dus ook echt het geval die maandag.

Omdat mijn collega met verlof is, moet ik ook regelmatig naar de bank om geld te halen.

Meestal is dat geen probleem, maar die dag ging het niet bepaald vlekkeloos.

Eerst bleek er niet genoeg geld op de rekening te staan.

Ik besloot om euro’s om te zetten naar Malawiaanse kwacha’s en moest naar een ander gebouw om dat te regelen. Het leek allemaal goed te gaan totdat ik weer terug kwam om het geld op te halen.

Er moest toch echt nog een handtekening van mijn collega bij.

Ik kon twee dingen doen. Weer helemaal terug naar huis rijden om een handtekening op te halen of om te vragen of mijn collega naar de bank wilde komen om een handtekening op te halen.

Na overleg met mijn collega’s bood hij aan om naar de bank te komen.

Dat leek mij ook de snelste oplossing. Maar dat was mis gerekend. Na twee uur verscheen mijn collega bij de bank…

Daarna reed ik terug naar huis. De morgen was voorbij. Ik moest opschieten om op tijd in Namitambo te zijn. Juist toen ik op het punt stond om te vertrekken zag ik een ander collega bij me op de stoep staan.

Mijn eerste reactie was om te zeggen: “Sorry hoor, ik moet nu echt weg!”

Maar aan haar gezicht zag ik dat er wat aan de hand was, dus ik hield mezelf in bedwang en nodigde haar uit om binnen te komen.

Daar vertelde ze me dat er bij haar was ingebroken. Ze hadden drie naaimachines meegenomen, mais en geld.

Het was heel ingrijpend voor haar. Terwijl ze lag te slapen waren ze door een raam gekomen en hadden alles meegenomen. Vooral de naaimachines vond ze heel erg omdat ze daar veel in geïnvesteerd had.

Ik hoorde haar verhaal aan en dacht met haar mee wat ze  nu het beste kon doen. Ze was al naar de politie geweest, maar die vertelde haar dat als ze wist wie de dader was, dat ze dat dan maar moest komen melden…

We sloten het bezoek af met gebed om alles bij de Heere neer te leggen en aan Hem om raad te vragen wat te doen.

Ook baden we om het geloof in de Heere Jezus wat geen dief van ons af kan nemen.

Na afloop zei mijn collega: “Dankjewel, ik heb een les geleerd. Ik dacht dat de naaimachines mijn eigendom waren, maar in één nacht ben ik alles kwijt. Maar als Jezus maar in je hart is. Dan heb je alles en dat kunnen ze nooit van je afnemen!”

Na dit bezoek stapte ik in de auto om naar Namitambo te gaan.

Daar zou ik een training geven aan de pubers. Maar ook dat ging niet door.

Na een overleg met de sectieleiders ging mijn telefoon.

Of ik naar huis wilde komen want ze hadden geld nodig….

Er zat niets anders op dan in de auto te stappen en weer terug te rijden naar huis.

Onderweg kreeg ik nog een bekeuring van de politie omdat ik even stopte om bananen te kopen langs de weg.

Toen ging ik de fout in. Ik werd boos omdat de politie mij bekeurde terwijl er zoveel mensen langs de weg stoppen om iets te kopen. Maar omdat ik een mzungu (blanke) ben, moest hij mij hebben!

Maar je trekt altijd aan het kortste eind. Want je hebt de wet overtreden.

Het zou niet zo erg zijn als je gewoon even 5000 kwacha ( 6 euro) kunt betalen en weer verder mag rijden. Maar je moet dan in de spitsdrukte naar het politiegebouw rijden en daar de boete betalen.

Vaak als je rustig blijft en alleraardigst vraagt of de politieagent je de overtreding wil vergeven, willen ze nog wel eens over hun hart strijken en je door laten rijden.

Maar dat zat er dit keer niet in.

Eigen schuld!