Jeugdweek en training

Jeugdweek en training

 

Hier in Malawi zijn de scholen weer begonnen. De laatste week van de vakantie zijn de leerkrachten begonnen om hun lokalen in orde te maken voor het nieuwe schooljaar. Daarnaast organiseerden ze een jeugdweek met de kinderen. De kinderen gingen in die week de dorpen in om oude ‘agogo’s, opa’s en oma’s,  op te zoeken die hulpbehoevend zijn. Ze maakten hun huisje schoon en haalden water voor hen bij de bron. Daarnaast kregen de oude mensen via hen een voedselpakket met maismeel, sojavlees, suiker, zeep  enzovoort. 

Ook ging een groep kinderen naar het dorpsziekenhuisje en naar het politiebureau om het schoon te maken. Dit deden we om de contacten met de gezondheidszorg en de politie te onderhouden. 

Op de laatste dag van de vakantie gingen de leerkrachten  de keuken in om het eten te koken en deden de kookmoeders activiteiten met de kinderen. 

Het team van Namitambo heeft deze activiteiten zelf bedacht. Het is mooi dat het idee van hen vandaan komt. Ze vonden het ook  leuk om te doen.

In de vakantie hebben alle leerkrachten een training gevolgd die door ons verzorgd werd. 

We kregen daarbij hulp van een echtpaar uit Nederland, die beiden veel onderwijservaring hebben.

Zij hebben voornamelijk het Bijbelonderwijs en het onderwijs aan de zwakke leerlingen verzorgd.

We waren echt blij met deze hulp. De lessen over Bijbelonderwijs waren praktisch en aansprekend.

De vrijwilliger wees sterk op het grote voorrecht dat de leerkrachten hebben om Gods Woord door te mogen geven aan de kinderen. Maar ook op de grote verantwoordelijkheid die we hebben om dat op een Bijbelse manier te doen. Dat de Heere ons ook rekenschap zal vragen wat we de kinderen hebben voorgehouden. 

Hij zei: “Elk Bijbelverhaal heeft een boodschap voor de kinderen. Het is niet alleen een mooi verhaal, maar er zit altijd een les in. Elk verhaal vertelt iets over wie de Heere is. In elk verhaal moeten de kinderen horen dat ze wedergeboren moeten worden. En dat dat alleen kan door de verdienste van de Heere Jezus.”

Ook besteedde de vrijwilliger veel aandacht aan hoe  het verhaal verteld moest worden. Hij zei: “We moeten zo vertellen dat de oren van de kinderen veranderen in ogen.” Hij vertelde zelf daarna het verhaal van de vier vrienden en de geraakte. Toen begrepen de leerkrachten wat hij bedoelde. Ze zagen het verhaal als het ware voor hun ogen gebeuren..

De leerkrachten zaten heel betrokken te luisteren en stelden veel vragen. Ze vonden het fijn om van iemand les te krijgen die zoveel onderwijservaring had. 

We hopen en bidden dat ze deze lessen niet zullen vergeten, maar dat ze zelf innerlijk overtuigd mogen zijn of worden van de grote verantwoordelijkheid die ze hebben voor de kinderen die ze onder hun hoede hebben.