Verhalen vertellen op een ouderbijeenkomst

Verhalen vertellen op een ouderbijeenkomst

 

Een paar weken geleden was er een ouderbijeenkomst in Namitambo.

Alle ouders en verzorgers van de kinderen worden dan uitgenodigd om te komen.

Daarnaast ook alle dorpshoofden en het comité van Timotheos.

Het was de eerste keer na mijn verlof dat ik hier weer bij kon zijn.

Zo’n bijeenkomst verloopt meestal volgens een vast programma.

Na het welkom houdt de dominee een meditatie. Daarna zijn vervolgens de hoofdonderwijzer en de matrone aan het woord. En dan is het mijn beurt om iets te zeggen.

Meestal laten ze mij iets zeggen over de zondagsschool omdat we steeds weer tegen het probleem aanlopen dat sommige kinderen niet of nauwelijks naar de zondagsschool komen.

Terwijl dat wel één van onze voorwaarden is om de kinderen in het programma op te nemen.

Elke keer als er iets uitgedeeld wordt, zoals kleding, schoenen, dekens, dan komen de kinderen weer een paar keer omdat ze dit niet willen missen, maar daarna blijven ze weer thuis.

Ik dacht aan een bekend verhaal over een man die een kind en een hond had.

Hij zorgde heel goed voor zijn hond, maar verwaarloosde zijn kind.

Daarmee werd bedoeld dat wij wel goed voor ons lichaam zorgen, maar onze ziel verwaarlozen.

Hier in Malawi houden ze erg van verhalen. Als je een boodschap over wilt brengen, moet je die in een verhaal stoppen. Daarom besloot ik een soortgelijk verhaal te vertellen.

Je begint zo’n verhaal altijd met ‘Padangokhale…’ wat betekent: “Er was eens…”

De mensen beginnen dan allemaal te lachen en zeggen gelijk: “tilitonse...” wat betekent zoiets als “we zijn hier om te luisteren…”

Ik vertelde van een echtpaar wat één kind had. Daarnaast hadden ze ook een geit.

De geit werd heel goed verzorgd. Ze  kreeg het beste eten en mocht in huis slapen. Als het koud was, kreeg de geit een deken over haar heen. Als ze was nat geregend, werd ze afgedroogd.

Het kind moest zichzelf maar zien te redden. Er was niemand die eten voor hem kookte. Er was niemand die voor schone kleren zorgde, niemand die hem een warme deken gaf als het koud was, niemand die zich om hem bekommerde.

Op een dag kwam er een bezoeker langs. Hij zag dat het echtpaar zoveel zorg besteedde aan de geit en hun eigen zoon verwaarloosde. Hij vroeg waarom ze dat deden.

Ze antwoordden dat de geit hen geld kon opleveren. Zij gaf hen melk en jonge geitjes die ze weer konden verkopen. Hun zoon kostte hen alleen maar geld.

De bezoeker verbaasde zich over zoveel dwaasheid. Hij zei tegen hen: “Maar wat als jullie ouder worden en hulp nodig hebben? Zal de geit dan voor jullie zorgen? En als jullie sterven, zal de geit dan voor jullie begrafenis zorgen? Jullie zoon draagt jullie naam. Hij is jullie nageslacht. Hij zal altijd onthouden hoe slecht jullie voor hem gezorgd hebben. Denken jullie dat hij voor jullie zal zorgen als je ouder wordt en hulp nodig hebt? Zal hij voor jullie begrafenis zorgen?

En zo maakte ik de vergelijking met onszelf. We zorgen wel goed voor ons lichaam. We doen er alles aan om aan eten, drinken en kleding te komen. Maar zorgen we ook zo goed voor onze ziel?

Als we maismeel uitdelen, komen alle kinderen. Als er kleding, schoenen of dekens uitgedeeld worden, is iedereen aanwezig. Maar als we de kinderen willen vertellen over het Brood des levens, dan zijn er opeens heel veel kinderen niet. Terwijl dat het belangrijkste van ons leven is. Als we sterven, kunnen we niets mee nemen. Alleen als we de Heere Jezus mogen kennen als onze Borg en Zaligmaker zullen we het eeuwige leven beërven.

De mensen luisterden aandachtig. Ze begrepen de boodschap goed.

Ik hoop en bid dat de Heilige Geest zal werken in de harten van de kinderen en hun families, zodat ze echt het Ene nodige mogen zoeken en vinden.

Maar dat geldt voor ons allemaal…